Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen zeide Saul tot zijn knechten, die bij hem stonden: Hoort toch, gij, zonen van [12]Jemini, zal ook [13]de zoon van Isai u altegader akkers en wijnbergen geven? Zal hij u allen tot oversten van duizenden, en oversten van honderden stellen? 12. Zie Richt.19:16. 13. Zie boven, hfdst.20 vs.27, alsook onder vs.9.